Bezit u in Nederland of in een ander land een tweede woning, dan dien je daarover in Nederland aangifte te doen in box 3. Is de tweede woning gevestigd in het buitenland en woon je in Nederland of ben je in Nederland kwalificerend buitenlands belastingplichtige, dan mag Nederland weliswaar niet heffen, maar moet Nederland voor de inwoner van Nederland voorkoming van dubbele belasting verlenen, voor de niet-inwoner kwalificerend buitenlands belastingplichtige, loopt de waarde van de tweede woning dan mee in de bepaling van het 90%-criterium.

Inwoner van Nederland en box 3
Een natuurlijk persoon die in Nederland woont, is door het woonplaatsbeginsel belastingplichtig voor zijn wereldinkomen. De inkomsten uit sparen en beleggen van deze binnenlandse belastingplichtige zijn belast in box 3. De rendementsgrondslag van box 3 is de waarde van de bezittingen verminderd met de schulden. Bezittingen die tot de rendementsgrondslag behoren zijn onder andere onroerende zaken. De rendementsgrondslag wordt verminderd met het heffingsvrij vermogen van 30.846 euro. Over het resterend bedrag wordt een forfaitair rendement berekend aan de hand van drie schijven. Het berekende forfaitaire rendement is belast tegen een tarief van 30%.

Tweede woning in Nederland
Het bezit van een in Nederland gelegen tweede woning, leidt tot belastingheffing in box 3. Bij het bepalen van de rendementsgrondslag voor onroerend goed wordt in box 3 in beginsel uitgegaan van de waarde in het economisch verkeer. Voor de waardering van de tweede woning geldt echter de WOZ-waarde. Deze is gelijk aan de werkelijke waarde op 1 januari van het jaar vóór het jaar van aangifte. Eventuele huuropbrengsten zijn geheel onbelast en kosten die verband houden met de verhuur van de tweede woning zijn niet aftrekbaar.

Tweede woning in het buitenland
Ligt de tweede woning buiten Nederland, dan zal dat land belasting heffen. Om dubbele belastingheffing te voorkomen dient Nederland vrijstelling te verlenen.